Arie Biemondstraat 103
Op het WG-terrein sinds 2022
De vlag met het logo wimpelt je welkom:
Het onbestemde gebouwtje naast Lab 111 heeft weer een passende bestemming. Pal aan het water, houdt het zich stoer overeind naast de bouwplaats waar stevig gewerkt wordt aan de warmtetransitie voor de buurt, middels de techniek van aquathermie.
Op deze locatie die meerdere functies heeft gekend, van proefdierenverblijf tijdens de ziekenhuisperiode tot het houden van kerkdiensten, heeft nu StraatAlliantie zijn plek gevonden, alsook het Daklozenkantoor. Ze staan er klaar voor iedere (dreigend) dak- en thuisloze Amsterdammer.
StraatAlliantie is ontstaan als samenwerkingsverband van Belangenvereniging Drugsgebruikers MDHG, Bureau Straatjurist en de Daklozenvakbond.
Mensenrechtenjurist Judith Fischer is er sinds een klein jaar de directeur. De geboren Amsterdamse is na jaren weer terug in haar stad. Zij zette eerder‘SamenThuis2030’ op, een landelijk samenwerkingsverband op het gebied van jongerendakloosheid. Daarvoor werkte ze onder meer bij organisaties als War Child, Artsen zonder Grenzen en Unicef.
Judith vertelt bevlogen over de uitdagingen waar StraatAlliantie voor staat. Het werk past haar als een handschoen en die pakt ze op.
De (dreigend) dak- en thuisloze bezoekers van het Daklozenkantoor vormen een zeer gevarieerde groep mensen. De cliënten bestaan niet alleen uit buitenslapers, maar ook uit degenen die je op straat niet zal herkennen als mensen in nood. Zij die bij vrienden of familie op de bank slapen bijvoorbeeld, zijn niet dak-, maar wel thuisloos. Daaronder een grote groep gescheiden vaders, maar in toenemende mate ook jongeren die geen doorstroommogelijkheid hebben. Daarnaast zien ze bij de StraatAlliantie steeds meer ouders met minderjarige kinderen, mensen met huurachterstand die in de schulden zitten en niet weten hoe ze hun huis kunnen behouden.
Het Daklozenkantoor is heel laagdrempelig. Je kan een afspraak maken, maar er op werkdagen tussen 10.00 en 13.00 ook gewoon binnenlopen. Bij binnenkomst ontvangt de gastheer of gastvrouw de cliënten in een open, aangename ruimte zonder afstandelijke balies of loketten. Achterin zijn er kamers voor een meer besloten gesprek of voor een medewerkersvergadering.
Voor de daklozen zijn er flexwerkplekken beschikbaar met computerfaciliteiten die intensief gebruikt worden. Het Daklozenkantoor is dus nadrukkelijk niet bedoeld als hangplek of game hall, maar om geconcentreerd je eigen problemen verder op te lossen. Met een cliëntondersteuner in de buurt als je er niet uitkomt.
De medewerkers hebben kennis van allerlei aspecten rondom dakloosheid, zoals opvang, het aanvragen van een briefadres, juridische vraagstukken en zorg.
De onafhankelijke cliëntondersteuning verheldert de behoefte of hulpvraag van de dakloze cliënt en hoe dat om te zetten naar concrete praktische acties. Deze medewerkers staan naast de cliënt en zijn geen zorg- of dienstverlener. Zij kennen de routes naar 'de instanties' en bouwen bruggen ernaartoe.
Ze helpen mensen die in acute problemen zitten om weer overzicht te krijgen en de regie weer op te pakken in hun stressvolle situatie. Wekelijks komt er wel een noodsituatie voor, zoals voor iemand die net zijn woonplek verloren heeft.
Om in aanmerking te komen voor maatschappelijke opvang is ‘regiobinding’ een vereiste: je moet een aantal jaren binding met Amsterdam kunnen aantonen, bijvoorbeeld door er ingeschreven te staan. Sommigen lukt dat zowel hier als elders niet en kunnen daardoor nergens terecht, wat tot veel extra spanning leidt.
In het afgelopen jaar bezochten zo’n achthonderd unieke bezoekers het Daklozenkantoor, met een totaal van tegen de vijfduizend bezoeken. Velen daarvan zijn Nederlanders, naast een fors deel arbeidsmigranten.
Daklozenopvang valt in Nederland onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Buitenlandse werknemers, vaak ook kampend met de taalbarrière, zijn echter lang niet altijd bekend met de rechten die zij hebben via de Nederlandse wet en internationale verdragen. De cliëntondersteuner informeert ook hen over hun rechten en hoe die te verkrijgen.
Hoeveel dak- en thuislozen zijn er eigenlijk in Amsterdam, inclusief degenen in langdurige opvang? De meest recente schatting van zo’n 20.000 is al indrukwekkend, maar vrijwel zeker (veel) te laag. Een groot deel blijft buiten beeld, waaronder zij die op onconventionele woonplekken bivakkeren, zoals in caravans, vakantieparken of op andere marginale locaties.
Om het echte aantal beter in kaart te brengen wordt in april 2025 de eerste telling dak- en thuislozen in de regio Amsterdam-Amstelland gehouden. De StraatAlliantie doet daaraan mee.
De rechtsbescherming in Nederland brokkelt af, maar de gemeente Amsterdam is nog ruimhartig en geeft de StraatAlliantie vooralsnog subsidie. Daarbij zou zij graag meer proactief potentieel daklozen zien te bereiken. Helaas is het de praktijk dat veel hulp te laat komt en pas ondersteuning wordt geboden wanneer de cliënt in de goot ligt. Terwijl het niet alleen menselijk wenselijker zou zijn dat te voorkomen, maar ook beter financieel. Maatschappelijke opvang is erg duur, dus ook daarom is voorkomen beter dan genezen.
Probleem daarbij is dat veel daklozen zichzelf niet of te laat (willen) zien als hulpbehoevend en vaak pas bij het Daklozenkantoor aankloppen als ze al goed in de nesten zitten.
Fischer hoopt bovendien dat er meer begrip ontstaat voor mensen die dakloos raken, iets dat eerder als een individueel probleem wordt gezien en niet een collectief maatschappelijke falen. Hoe kom je voorbij het vooroordeel ‘eigen schuld, dikke bult’ en het stereotype van de dakloze: de (drugsverslaafde) man van zekere leeftijd sjouwend met een paar plastic zakken, graaiend in de prullenbakken?
Maar het is iets dat ook 'gewone' mensen overkomt, buiten hun schuld. Door, laten we het maar noemen: botte pech.
*
StraatAlliantie zelf is nu dus onderdak bij ons, op het WG-terrein. Directeur Fischer streeft daarbij naar meer connectie met de buurt. Deze WG Scan is al een goede start, maar wellicht komt er meer...
*